Voorwoord van |
|
Inhoud |
|
Vanaf het moment dat de mens zich ontwikkelde tot een denkend wezen, homo sapiens, keek hij of zij naar boven naar de hemel om het bestaan van een schepper te overdenken. Hij was nieuwsgierig naar de wereld waarin hij leefde, hoe het zo geworden was en vroeg zich af wie hij was. In zijn geest heeft hij een voorstelling gemaakt van de aanwezigheid van een kracht welke hij niet begrijpt, een geleidende geest die zijn onzichtbare metgezel is. Hij heeft deze geleidende geest gesymboliseerd in de natuur, heeft in hout hetzij in steen een eindeloze hoeveelheid vormen als identiteit van deze geest tevoorschijn getoverd: het ‘metaalkleurige’ hemelgewelf, de diepe ruimte van de oceaan of de verborgen dieptes van de aarde. Hij trad binnen in de wereld van het geziene en het ongeziene om zijn schepper te vinden.
De mens heeft de schepper ontelbare namen gegeven en heeft in zijn naam handelingen voor aanbidding bedacht om zich te verzekeren van veiligheid, voorspoed en geluk in zijn leven. In naam van zijn schepper heeft hij regels en voorschriften vastgelegd voor de gemeenschap en achtte deze heilig en onschendbaar, om zeker te zijn van vrede en harmonie in zijn leven. Deze zijn van generatie op generatie doorgegeven en hebben het gezag gekregen van traditie, van mores: de gewoonten en manieren van onze voorouders die helpen om onze identiteit wat betreft wie wij zijn te bewaren; familiaal, sociaal en nationaal. In elke hoek van deze wereld, in elke gemeenschap, hoe divers ook, heeft de mens zijn geloof in en toewijding tot zijn schepper en zijn schepping in een enkelvoudige en vaak indrukwekkende wijze bestempeld als zijnde de waarheid. Iedere uitdrukking van zijn devotie is nauwgezet en waardevol, voor zover het geloof reikt. Maar de mens is dezelfde gebleven: boosheid, haat, jalousie, twijfel en verdriet, om er een paar te noemen, blijven de mens plagen.
In iedere generatie heeft de mens dus nagedacht over het bestaan van een schepper door middel van elk denkbaar middel uit de religie of spiritualiteit. Hij heeft vele geloofssystemen ingevoerd om de wereld waarin hij leeft uit te leggen en om aan te geven hoe hij behoort te leven, hij heeft vele theologische leerstellingen, filosofieën en dogma’s geformuleerd om zijn geloof te ondersteunen en heeft ontelbare methoden bedacht, van zeer extreem tot volledig onlogisch, om verlichting te bereiken, om zich te ontdoen van de kwellende geest en om in gelukzaligheid te leven. Maar alles tevergeefs, want de mens bleef het leven ondervinden zoals het altijd was en de mens bleef eveneens dezelfde. Liefde lijkt te verdwijnen door slechts het uiten van een woord; vrede lijkt verder weg dan de horizon. Pijn en ellende lijken aan de orde van de dag; vrijheid lijkt ongrijpbaar en gebondenheid onvermijdelijk. Dus de vraag rijst op, of de schepper of de schepping kan bestaan op de manier zoals de mens is voorgespiegeld.
Maar zij die zich verwonderen over de wereld waarin zij leven en op een succesvolle wijze het bestaan van een schepper hebben overdacht, hebben begrepen hoe het zo geworden is en realiseren zich wie de mens werkelijk is. Zij hebben verklaard dat het leven een manifestatie is van ‘Licht’ en ‘Geluid’. Zij staan bekend als Wijzen of verlichte wezens. Zij doorzien dat God of het leven, zuiver licht, zuivere intelligentie en zuivere energie is en dat deze potentie in de mens zetelt en eveneens in elk stukje van deze manifestatie en in elk moment van het leven. De wetenschap loopt niet ver achter in het onderkennen dat licht of energie niet alleen informatie is, maar waarlijk de bouwstenen is van alle levensvormen.
De intelligentie van het leven moet niet onderschat of verkeerd begrepen worden. Dit spel van licht en geluid, bekend als ‘Bindu’ en ‘Nada’ in het Sanskriet, creëert een optische en auditieve illusie, ‘Maya’ in het Sanskriet, die de mens zijn wereld noemt. Dit is precies wat in dit boekdeel in levendige details beschreven wordt: Kaivalya betekent ‘Absoluut’ en Gita betekent in deze context ‘Inzicht’.
Absoluut Inzicht omvat niet minder dan zestig delen, waarvan dit deel het eerste is. De gezamenlijke werken verklaren uiterst helder de illusoire aard van alles wat de geest weet: de dagelijkse kwesties van het leven, elke emotie van de geest, elk geloof, het weten zelf, religie, spiritualiteit en zelfs wetenschap.
De boekdelen reflecteren het leven zoals het is, als een enkelvoudige beweging van vormen, figuren en geluiden welke zich voordoen als woorden met hun betekenis voor de geest - alles echter illusoir - een goedkoop drama waarin de afzonderlijke gebeurtenissen en acties niet werkelijk bestaan, maar alleen lijken te bestaan als een optische illusie. Dat tijd, actie, geest en individu niet bestaan in het leven wordt evident wanneer de lezer het inzicht, welke deze boekdelen bieden, in zich op begint te nemen. Op elke pagina zal duidelijk worden dat de intelligentie van het leven op ieder moment een geraffineerde illusie manifesteert.
Om de wijsheid van dit boekdeel over te brengen aan hen die geloven dat de schepper buiten henzelf is, is geen eenvoudige opgave. Desondanks zet het ons aan om te zien wat we niet zien en dat wat we wel zien wordt duidelijk bekrachtigd als zijnde niet-bestaand. Het moedigt ons aan om te horen wat we niet horen en het legt glashelder uit dat wat we wel horen illusoir is. Het nodigt ons uit om te begrijpen wat we niet begrijpen en het benadrukt duidelijk dat wat we wel begrijpen, kennis is die dood is en niet levend. Toch ziet het exact dat wat wij zien; het hoort exact dat wat wij horen; en het begrijpt elk moment exact dat wat we weten, als zijnde illusie en geen werkelijkheid. In dit boekdeel is geen spoor van verdeeldheid of dualiteit; geen spoor van kritiek of afkeuring; geen spoor van conflict of tegenstand en geen spoor van de doener zijn of de mogelijkheid daarvan. De openbaringen die deze bladzijden bevatten, zijn de geest totaal vreemd; zij zijn volstrekt ongewoon voor zijn inzicht in en houding tot het leven en alles wat daarin plaatsvindt. De geest zal niet de waarheid willen accepteren van wat helder tevoorschijn komt uit zijn onderzoek. En toch, er is echt geen keuze of beslissing anders dan het realiseren en begrijpen van de kleine vijver – de geest – waar we allemaal voor gekozen hebben! Het laat ook de weerstand zien tegen het aantonen dat het zo klein is, dat het slechts een klein vijvertje is, welke niets dan ook te maken heeft met het leven. Zodanig is de misleiding geweven door de geest.
Dit deel biedt een uniek begrip van het leven in elke context van de belangrijkste en meest lastige misverstanden van de mens. In onze oprechte zoektocht naar verlichting van pijn voor onszelf en voor ‘anderen’ hebben we, ironisch genoeg, genoegen moeten nemen met meer pijn en het ook uitgedeeld in dit leven dat wij denken te leiden! Hoe diep gaan de overtuigingen die wij vasthouden, of liever, die ons vasthouden. En toch, terwijl wij nu deze conflicten waarnemen, neemt de leidende kracht van dit boek de angel eruit, zo niet het ding zelf.
Absoluut Inzicht is geschreven door Dr. Vijai Shankar en was eerst gesproken in het Engels. Het is niet het resultaat van enig onderzoek; het is een verzamelwerk van spontane lezingen gegeven door Dr. Shankar over een periode van verscheidene jaren. Deze lezingen vinden nog steeds plaats, spontaan, onbedwingbaar en onvoorspelbaar, zoals het leven zelf! Het inzicht en de compassie welke elke verhandeling doordringt in het eerste deel van ‘Absoluut Inzicht’, is ontroerend. De inhoud raakt de meest gevoelige kern van het menselijk wezen, daar waar hij ‘goddelijk’ is. Het biedt een inzicht dat geen begin heeft en geen eind. |
Wordt Verwacht
Price: USD 16.00 Change to Euro