Marcus Stegmaier, M.A.
28th October 2011 |
|
Denk het leven niet, lééf het!
De mens denkt het leven. De verlichte leeft het leven.
De geest is een mysterie. De geest is tijd en gedachten. De geest staat bol van handelingen. In de geest lijken individuen echt. Net als al het andere in deze ogenschijnlijk echte wereld, lijkt ook de mens substantie te hebben. De geest gelooft in woorden en betekenissen.
Het leven is een mysterie. Het leven is tijdloos en gedachteloos. Het leven is vrij van handelingen. Er zijn geen echte individuen in het leven. Net als al het andere in deze illusoire wereld is ook de mens een optische illusie van licht. De geest is een auditieve illusie van geluid en is niet echt.
De mens gelooft dat de mens de doener, spreker en denker is. De mens instrueert, dringt aan en eist, omdat hij gelooft dat hij het leven bestuurt. De mens wordt gedreven door zijn overtuigingen welke gepaard gaan met gevoelens zoals woede, angst, droefheid, blijdschap en somberheid. De mens is verwikkeld in zijn geest. Dit is gebondenheid.
De verlichte begrijpt dat de mens niet de doener, spreker en denker is. De verlichte is vrij van overtuigingen die gepaard gaan met allerlei gevoelens zoals woede, angst, droefheid blijdschap en somberheid. De verlichte instrueert niet, dringt nergens op aan en eist niets, want hij begrijpt dat het leven gewoon gebeurt. De verlichte is standvastig in het leven. Dit is gelukzaligheid.
De verlichte ziet het leven niet door de bril van de overtuigingen van de geest, maar is getuige van het leven zoals het is: een spel van licht en geluid. Het ego neemt slechts de overtuigingen van de geest waar en ziet ze voor echt en voor het leven aan.
De geest is niet het leven. Het leven dient geleefd en niet gedacht te worden. Dit dient niet alleen maar geloofd maar begrepen te worden. Het mag dan voor de geconditioneerde geest zo lijken, maar inzicht is op geen enkele wijze de uitkomst van logica of conclusies.
De mens droomt. De mens is niet gewaar en denkt het leven als een optelsom van gebeurtenissen, individuen en hun handelingen. De mens gelooft dat gedachten echt zijn.
De verlichte is ontwaakt. De verlichte is gewaar van het leven als een enkelvoudige, onvoorspelbare en oncontroleerbare spontane stroom. De verlichte begrijpt dat gedachten een auditieve illusie van geluid zijn.
De mens kan een verlichte niet ontmoeten. De mens gelooft dat de mens echt is en ziet ook de verlichte voor een mens aan. De mens gelooft dat afgescheidenheid bestaat in het leven en dat de diversiteit van het leven echt is. Dat is Dvaita.
De verlichte ontmoet de mens niet. De verlichte begrijpt dat de mens niet echt is, maar een optische illusie van licht. De verlichte begrijpt dat afgescheidenheid illusoir is. Er is alleen eenheid, maar het verschijnt als diversiteit. Dat is advaita.
Er lijken twee soorten zoekers te zijn: degene die de uitspraken van de verlichten probeert te begrijpen door de validiteit van de eigen overtuigingen te onderzoeken, terwijl de ander ze probeert te weerleggen met logica en redeneringen welke gebaseerd zijn op de eigen overtuigingen. Dat is wat hen overkomt, en als het de bedoeling is dat het gebeurt, kan er niets aan worden gedaan.
De mens begrijpt de uitspraken van de verlichte niet, omdat ze strijdig zijn met zijn geconditioneerde overtuigingen. Men begrijpt de uitspraken van een verlichte als de eigen overtuigingen in twijfel worden getrokken. De mens probeert de uitspraken met behulp van geconditioneerde logica te weerleggen, maar heeft geen valide argumenten om zijn logica te staven.
Als de uitspraken van een verlichte voor overtuigingen worden aangezien, leidt dat tot een reactie om de geconditioneerde overtuigingen van de geest te verdedigen. De geest is niet in staat om het leven te vertrouwen en gelooft alleen wat het al weet. Aldus vindt ook het redetwisten met een verlichte plaats.
Als de uitspraken van de verlichte de wijsheid die al in de mens aanwezig is onthult, vindt de spontane realisatie plaats dat de mens slechts een gedachte is, slechts een overtuiging, net als al het andere waar de geest weet van heeft. Dan onthult het mysterie dat het leven is, en het mysterie dat de geest is, zichzelf.
De mens denkt het leven en gelooft dat hij het leven leeft, maar dat doet hij niet. De verlichte denkt het leven niet, maar leeft het leven! Het leven is een enkelvoudige stroom zonder begin en zonder einde. De geest begint om te eindigen, en eindigt om te beginnen.
© Copyright 2011 Marcus Stegmaier, M.A.
|